Handwerkblog

  • De Zandlijnen Shawl

    De Zandlijnen op het strand

    De Zandlijnen Shawl op het strand

    Een van de meest fascinerende dingen op het strand vind ik de Zandlijnen, kleine golfjes uitgebeeld in het zand. Ze ontstaan zomaar, meestal vlak onder of vlakbij de waterlijn. Regelmatig gevormde lijnen in een onregelmatig golfpatroon. Tijdens de Corona-periode zijn man, Stuiterpluis (onze Silke leefde toen nog!) en ik een aantal keer naar het strand gegaan. Even wat (positieve) energie ophalen, leuke hondjes ontmoeten en kletsen met de (net zo leuke) eigenaren. Hard nodig wanneer je niet lekker in je vel steekt en je haaknaald staat te roesten in een haakdip (lees hier en hier de blog die ik daarover schreef). Toen we in Zeeland een weekendje weg zijn geweest zijn we ook naar het strand geweest, leuke foto’s gemaakt van Silke Stuiterpluis en de zee. Thuisgekomen bekeken we de foto’s en ineens zag ik een shawl in de foto, de Zandlijnen Shawl. De inspiratie begon te borrelen en de haaknaald te ronken, de haakdip verdween achter de horizon.

    De eerste de beste bol garen

    Nadat ik een tekening had gemaakt en een eerste opzet in mijn hoofd had, greep ik de eerste de beste bol: Scheepjes Whirl Lavenderlicious. Niet de beste keus, want geen zon-zee-strand-kleuren. Maar het kleurverloop en het garen laten het patroon tot zijn recht komen. En nadat de Whirl opgehaakt was bleek het patroon zo verslavend leuk dat ik nog een shawl haakte. Dit keer in een pluizig wolletje dat ik (lang, lang geleden… het begin van elk sprookje) op de haak- en breibeurs in Zwolle kocht. Ook zo’n winnaar en lekker zacht ook nog.

    Zandlijnen Shawl

    Een close-up foto van de Zandlijnen Shawl

    Omdat je 5 verschillende steken gebruikt (losse, vaste, halfstokje, stokje en dubbelstokje) is de shawl zeer geschikt voor beginnende haaksterren. Niet om op te scheppen (oké een klein beetje dan) maar ik heb de pluizig Zandlijnen Shawl gehaakt zonder leesbril op mijn neus. Zo gemakkelijk is de Zandlijnen Shawl dus! Je kiest een mooi wolletje uit, de bijpassende haaknaald en je kunt los.

    De enige moeilijkheid zit in de opzettoer, ik gebruik zelf de hakend-opzetten-methode maar vind je deze te moeilijk dan kun je ook opzetten met een lossenketting. Beide methodes staan beschreven in het patroon.

    De Zandlijnen Shawl is gemakkelijk aan te passen in de breedte, maar je moet er wel rekening mee houden dat je diagonaal, dus schuin, haakt. Hierdoor wordt de breedte van de Zandlijnen Shawl minder breed dan dat je opzetbreedte is. Haak dus altijd een langere opzettoer dan dat je de breedte wil. De verhouding, en dit is nogal technisch/wiskundig, is ongeveer dat de breedte van de Zandlijnen Shawl ongeveer 30% kleiner is dan de opzettoer. Wil je een bepaalde breedte en je komt niet uit de opzettoer? Stuur me dan een berichtje en ik help je hiermee.

    Ook fijn om te weten is dat de Zandlijnen Shawl foutjes verdoezeld, een steek te veel of te weinig? Niet te zien. Per ongeluk een verkeerde steek gehaakt? Uithalen is optioneel, maar je kunt ook gewoon doorhaken. Niemand die het ziet. Beloofd. Want de zandlijnen op het strand zijn ook niet allemaal gelijk.

    De Zandlijnen Shawl is ongeveer 210 centimeter lang en 27 centimeter breed, dit is met de Scheepjes Whirl. Gebruik je ander garen en/of een andere maat haaknaald dan kan de afmeting van de Zandlijnen Shawl groter of kleiner worden.

    Wat heb je nodig voor zo’n mooie Zandlijnen shawl:

    1000-1200m garen geschikt voor naald 3,5/4mm. Ik heb 1 cake Scheepjes whirl in de kleur Lavenderlicious 758 gebruikt voor de Zandlijnen Shawl met kleurverloop  en, voor de paarse pluissjaal heb ik 750 meter van een naamloos pluizig garen gebruikt dat ik op de beurs in Zwolle heb gekocht, hiervoor gebruikte ik haaknaald 5.

    Haaknaald 4 wanneer je de Zandlijnen Shawl in Scheepjes Whirl of Whirlette haakt. Haak je strakker dan gemiddeld dan kun je haaknaald 4,5 gebruiken. Haak je losser dan gemiddeld dan kun je haaknaald 3,5 gebruiken. Met een pluizig garen kies je voor een flink grote haaknaald, liever iets te groot dan de klein. Voor de maat van de haaknaald kijk je op het label van het garen en neem je de grootste maat als er 2 maten staan (bijvoorbeeld: garen geschikt voor naald 3-3,5. Dan gebruik je haaknaald 3,5, tenzij je strakker of losser haakt). Kom je hier niet uit, dan mag je mij altijd een berichtje sturen!

    Schaartje en een stopnaald.

    Een steekmarkeerder die je kunt openen en sluiten of een veiligheidsspeldje.

    Een wasknijpertje of een paperclip. Deze kun je gebruiken om bij te houden bij welke toer je bent. Naast het patroon staat een toeren-tel-schema met de getallen 3 tot 9 en je kun de wasknijper/paperclip bij de toer vastmaken waar je gebleven bent. Heel handig, al zeg ik het zelf.

    Het patroon, dat vind je hier.

    De extraatjes

    De quote van de Zandlijnen Shawl: The sea has her own language, it's written in the sand and washed up at the beach

    Bij het patroon van de Zandlijnen Shawl vind je een patroonblad, hier kun je alle informatie opschrijven. Er is voldoende ruimte voor de belangrijke zaken als: de maat van je haaknaald, welk garen je gebruikt en welke kleur(en) je de Zandlijnen Shawl haakt. Ook is er ruimte voor een foto en voor notities.

    Ook vind je een patroonschema, mét een handige toerenteller (wel even zelf een knijpertje of paperclip erbij pakken). Het toeren-tel-schema vind je ook bij het uitgeschreven patroon.

    Als laatste zijn er close-up foto’s die je helpen bij het haken.

    Veel haakplezier! Liefs, Norah.

  • Mijn liefde voor garens en waarom ik toch sorry zeg.

    Haak het garen niet voordat je het gekocht hebt. Mijn liefde voor garens en waarom ik toch sorry zeg.

    Soms krijg je iets wat je niet verwacht… Op de sociale schuren van het internet deelde ik iets mij (behoorlijk) tegenviel. Er was namelijk een pakketje bezorgd met een inhoud die ik niet had besteld. Jawel, ik had besteld bij een wolwinkel en ik had ook keurig de hoeveelheid gekregen. Maar de crèmekleurige knotten garen waren zachtroze, dat had ik niet besteld. Contact gezocht met de webwinkel en daar zat de angel: zij accepteerden geen retour omdat zij stopten.

    Mijn verbazing deelde ik op het internet. Ondertussen had ik mijn hart al verloren aan het garen en de kleur en ik dacht dat ik dat duidelijk had gemaakt in mijn schrijfsel. Tot mijn grote verbazing kreeg ik een aantal privéberichten waarin werd gevraagd om de naam van de webwinkel. Mensen waren dus bereid om die webwinkel te benaderen met de wettelijke regels in de hand. Heel lief, maar absoluut niet mijn bedoeling! Er hoeft niemand door het slijk en ook kielhalen is niet nodig. De webwinkel stopt en ik heb duur garen voor een zacht prijsje gekocht. En met het garen voel ik mij een bofbibs.

    Ook kreeg ik van verschillende mensen de vraag of ik alle webwinkels slecht vond. Van die vraag schrok ik me wezenloos, was ik dan zo onduidelijk geweest? Had ik dan niet duidelijk genoeg mijn liefde verklaard aan de wolwinkel in het algemeen en het garen?

    Voor wie het niet weet, ik woon niet in een dorp of stad. Ook niet in een gehucht. Hier op het platteland met vrij uitzicht en wintertarwe voor de deur en op de akker ernaast staan de tulpenbollen (Yes!). Er komen hier geen brommers met een warmhouddoos op de bagagedrager met pizza aan de deur, veel te ver van de bewoonde wereld. Hier in de buurt zijn niet zo veel winkels. Voor wekelijkse boodschappen gaan we naar een dorp en als je niet te veel haalt kun je het op de fiets doen. De andere dingen (kleding, drogisterijartikelen, garens en andere hobbydingen) kopen wij, wegens tijdgebrek -en omdat er altijd veel keus is- online.

    Je kunt dus stellen dat ik wel wat ervaring heb met webwinkels. Mijn ervaring is dat er wel eens iets fout gaat en dat dit altijd opgelost wordt. De meeste bestellingen komen zonder problemen aan en ook retourneren is geen probleem. Ik durf te stellen dat mijn ervaringen met webwinkels een positieve uitkomst hebben. Dat mag ook wel eens gezegd worden: (web)winkels zijn goed bezig!

    Mijn liefde voor garens en waarom ik toch sorry zeg.

    Bij deze wil ik dus mijn excuses maken voor de commotie die ontstaan is. Ik houd van garens. En ik hou van garens kopen, vooral online.

    #myfavoriteyarnsupplier mijn liefde voor de wolwinkel

    Het volgende doe ik omdat ik blij ben met de wolwinkel, van stenen tot online en van marktkraam tot beurs. De mensen achter de wolwinkel wil ik bedanken met de volgende actie: deel op Instagram jouw favoriete garensnoepwinkel met #myfavoriteyarnsupplier (mijn favoriete garen aanbieder).

    De wolwinkel top 5

    Omdat ik regelmatig garens en toebehoren koop heb ik niet één favoriet. Daarom heb ik een top 5 gemaakt van winkels waar ik graag koop:

    1. De Haakfabriek, hier staat Chantel voor je klaar met raad en daad, ze heeft mooie garens en veel accessoires om je haaksels mee af te toppen.

    2. De winkel van Zaans Geluk moet wel tjokvol garens liggen, zo veel merken dat ze hebben! Je vindt er de bekende merken, maar ook Nederlandse schapenwol van Texel.

    3. Van de webshop van Pleun van Studio Woord en draad word ik altijd een beetje hebberig. Hier vind je veel hebbedingen die het haken nog leuker maken!

    4. Mijn vriendin Annemarlies heeft ook een webwinkel Signora Anna, ze heeft ongelooflijk veel productkennis en heeft alleen de merken waar zijzelf ook mee haakt en breit.

    5. Als laatste een winkel in het pittoreske Meppel, de Haakgarage. Heel vroeger liep ik daar langs met een hongerig pubermaagje om een puddingbroodje te halen bij de bakker. Het was toen een echte garage voor auto’s. Nu kun je er wolletjes kopen en heerlijk breien en haken in het breicafé. Ze hebben een groot assortiment garen, waaronder garen van Wol met Verve. Het is een stenen winkel zonder webshop, maar je kunt je uitstekend vermaken in Meppel!

    #myfavoriteyarnsupplier

    Heb je net een nieuw wolletje op de kop getikt? Ben je blij met de (web)winkel? Deel het op bijvoorbeeld Instagram!

    Als dank voor elke aankoop die bij Hollandelijk is gedaan wil ik je een cadeautje geven: de haakhulpjes, je vindt hier een work in progresslijst en patroonbladen waar je alle informatie kunt opschrijven over je haakprojecten.

    Veel haakplezier!

  • De ideale breedte voor een omslagdoek

    Regelmatig zie ik de vraag voorbij komen over de ideale breedte van een driehoekige omslagdoek. De meest gegeven antwoorden van andere haaksterren zijn dat het heel persoonlijk is hoe breed je de omslagdoek moet haken of breien. Met zo’n antwoord kun je niet veel, ook al is het waar. Wat bij de ene haakster een fijne, royale omslagdoek oogt, hoeft niet zo royaal te zijn bij een ander persoon. En wat voor de een te krap is, kan voor een ander betekenen dat die zich er 3x in kan rollen. Omdat er zo’n verschil is heb ik wat onderzoek gedaan en kwam tot de conclusie dat er een foefje is voor de perfecte maat omslagdoek. En er is een formule om uit te rekenen wat de ideale omslagdoek is voor jou.

    Je denkt misschien dat ik luister, maar ondertussen bedenkt ik hoe de sjaal die je draagt gehaakt wordt.

    Gelukkig is er een oplossing!

    De oplossing is eigenlijk heel simpel. Je hebt een meetlint en een rekenmachine(app) voor nodig. Maar voordat je de formule kunt toepassen, is er een beetje theorie. Er zijn, net als bij kleding, verschillende maten:

    • Maat S. Deze maat omslagdoek wordt veel gebruikt als kleine sjaal bij bijvoorbeeld een winterjas of als accessoire op een blouse. Hierbij kun je de punt afwisselend voor of achter dragen. De omslagdoek past goed om je schouders en de punten raken elkaar aan de voorzijde als je deze om de schouders draagt. Deze maat wordt ook gebruikt bij poncho’s.
    • Maat M. Deze maat omslagdoek is iets groter dan maat S en wordt vooral aangeraden als kleine sjaal voor dames met een grotere buste. De punten kunnen gekruist worden over de buste (tenzij de buste aan de maat is). Deze maat wordt ook gebruikt bij poncho’s en opengewerkte, kantachtige patronen.
    • Maat L. Dit is de meest gehaakte en gebreide maat. De omslagdoek kun je royaal om je heenslaan. Je kunt deze maat ook dragen in plaats van een jas, heel handig als een jas te warm is maar het te koud is voor zonder. De punten van de omslagdoek kun je in een (simpele) knoop leggen. De maat is heel geschikt voor opengewerkte kantachtige patronen en voor de patronen met een dichtere steek.
    • Maat XL. Deze maat is voor de koukleumen onder ons. De omslagdoek is zo groot dat deze ruim over de ellebogen valt, ook als de middenpunt minder diep is. Je kunt er helemaal in wegkruipen en maat XL kun je ook gebruiken als dekentje. Deze maat is heel geschikt voor dichte patronen en voor omslagdoeken die je als vervanging van je jas wil dragen.
    • Maat XXL. Dit is de reus onder de omslagdoeken en je kunt deze met z’n tweeën dragen. Door het formaat van bijna-twee-persoons-deken is het vaak wel een prijzige omslagdoek en qua formaat is het superoverdreven, maar wel heel fijn.
    • Maat Royaal. Dit is de maat die je krijgt als je maar door blijft haken. Enorm en toch heerlijk om in weg te kruipen. De punten van de omslagdoek kun je achter je rug vastknopen en dat maakt deze maat geschikt als knuffeldeken en als joekel van een fashionstatement.

    De maten van de omslagdoek zijn geen kledingmaten en dat kun je dus ook niet zo overnemen. De maat zegt alleen iets over de manier waarop je de omslagdoek kunt dragen. Hoe groot deze wordt hangt af van de breedte van je schouders. Ook moet je niet op een centimeter meer of minder kijken, het patroon is vaak de leidraad bij de uiteindelijke grootte.

    Je meet de schouders van punt tot punt.
    Je meet, met een meetlint, de schouders achter de rug langs. Van punt tot punt.

    De formule

    Het is belangrijk om te weten hoe breed jouw schouders zijn, meet in centimeters dit van schouderknobbel tot schouderknobbel over je rug langs. Het beste kun je dit doen met een meetlint en wanneer je het laat meten door iemand anders, krijg je een beter meetresultaat. Dan beslis je hoe de omslagdoek moet vallen aan de hand van de theorie die hierboven beschreven staat.
    Nu is het tijd om de rekenmachine erbij te pakken, door middel van de formule kun je uitreken hoe groot de omslagdoek wordt:

    De formule voor de maat van een omslagdoek.
    De formule voor de maten S tot Royaal.

    Je typt in het aantal centimeters dat je hebt gemeten en dat doe je keer de maat van de omslagdoek die je wilt maken. Het antwoord is de breedte in centimeters van de omslagdoek. Bijvoorbeeld: mijn schouders zijn 45 centimeter en ik wil graag een omslagdoek maat XL. De formule is dan 45×4,5= 202,5 centimeter.

    Volg het patroon totdat je de gewenste breedte hebt gehaakt (of gebreid natuurlijk!). In mijn voorbeeld haak ik dus door totdat ik ongeveer 202 centimeter heb.

    Voor mensen die geen wiskundeknobbel hebben heb ik een tabel gemaakt waarbij je direct kunt zien hoe groot de omslagdoek ongeveer wordt. Hiervoor moet je wel de maat opnemen van je schouders zoals ik eerder heb uitgelegd. Daarna kijk je welke maat je graag wil en vervolgens staat er hoe breed de omslagdoek in centimeters wordt.

    De maat voor een omslagdoek, de tabel voor de maten S tot Royaal.

    Meer tips

    Voor omslagdoeken die je van punt tot punt haakt of breit geldt dat je begint met minderen op de helft van de uiteindelijke grootte. Natuurlijk moet je er wel rekening mee houden dat de omslagdoek nog opgespannen moet worden. Door het opspannen kan een omslagdoek wel 10-20 centimeter groter worden door het opspannen. Ideaal is dus als je begint met minderen op iets minder dan de helft van de uiteindelijke grootte. Beetje technisch dit, maar als je 5 centimeter minder haakt of breit dan de helft van de maat van de omslagdoek dan komt het wel goed.

    De diepte van de punt is afhankelijk van het patroon, sommige patronen hebben een punt terwijl andere patronen meer rond lopen en dus minder diep zijn. De breedte van een omslagdoek heeft wel iets te maken met de diepte van de punt, maar niet zoveel als het patroon. Wil je een extra brede omslagdoek, maar niet een diepe punt dan kun je het beste kijken naar patronen die rond lopen of naar een stola. Stola’s zijn rechte omslagdoeken en perfect voor mensen die niet zo van puntige omslagdoeken houden. Wil je een leuk stola haken kijk dan eens bij de Waving Wheats Wrap.

    De uiteindelijke grootte van de omslagdoek is na het opspannen/blocken vaak nog iets groter. Dit hangt af van de gebruikte steken en van de manier van opspannen. De maten zoals ik ze hierboven heb beschreven zijn een indicatie en een richtlijn.

    Voor kinderen heb ik geen formule gemaakt, maar misschien werkt deze formule ook voor de grutjes die graag een omslagdoek of poncho willen dragen.

    Veel haakplezier!

  • Happy New Year!

    De allerbeste wensen voor 2020!

    Happy New 2020!

    Het afgelopen jaar is er veel gebeurd. Narigheid, kommer en kwel zorgden ervoor dat ik weinig heb gedaan met bloggen en ontwerpen. Het liefst wilde ik 2019 overslaan. Dat gaat helaas niet, dus ik heb ervoor gekozen om alleen aan de leuke dingen te denken die ik afgelopen jaar heb gedaan!

    2019, de leuke dingen

    In 2019 ben ik 2 keer bij een InstaSwap geweest. Voor degenen die het niet kennen: het is een middag waarbij we onder het genot van een high tea gezellig kletsen met andere Instagrammers. Je ziet dan de gezichten achter de accounts en dat is heel leuk! Ook maak je iets moois voor iemand anders, Patricia maakte voor mij gave pannenlappen en ik maakte voor haar pannenlappen met een paddenstoel.

    We hebben een reisje naar Barcelona gemaakt, mijn echtgenoot en ik. We zijn naar Parc Guell geweest, hierbij werden we vooral verrast door het grote, vrij toegankelijke park. Koffie drinken aan het strand is iets waar we nog graag aan terug denken! Bij Barceloneta vonden we een kunstwerk waar ook waterpolo in verwerkt was, als waterpololiefhebbers was dat leuk om te zien. Ik kocht een handgeverfde streng garen bij een wolwinkel, in de kleuren die passen bij Barcelona.

    Onze Fiore van Juttersburch

    Minder leuk, maar wel iets waar wij met een goed gevoel op terug kijken is dat onze oude Fiore overleed op 2 juli. We hebben ruim 15 jaar van haar mogen genieten en haar aanwezigheid wordt gemist. Ze was mijn fotomodel, bloemenmeisje (‘Blijf van die fuchsia’s af, Fiet!’) en knuffelbeertje.

    Inmiddels ben ik met mijn vierde paar bezig, in 2019 heb ik geleerd sokken te breien. Omdat ik erg opzag tegen het breien van de teen, ben ik daar begonnen. En, ondanks dat ik een beginner ben in het sokken breien en er bij de eerste sokken wat gaatjes ontstonden, durf ik best te zeggen dat gebreide sokken fijner dragen dan die uit de winkel.

    Home is where the yarn is

    Ook leerde ik handletteren van juf Laura Letterloods. Mijn handschrift is er met sprongen op vooruit gegaan. Afgelopen december gaf Laura een cursus brushletteren en daar was ik ook bij. Zwieren en zwaaien, mooie letters op het papier laten glijden. Kortom, ik heb er een nieuwe hobby bij en in 2020 blijf ik lekker door letteren.

    2020, een vooruitblik

    Het is natuurlijk in een glazen bol kijken, maar in 2020 hoop ik dat het beter gaat dan afgelopen jaar. Zoals ik al eerder schreef, dat jaar had ik best willen overslaan!

    In 2020 wil ik regelmatig bloggen en mijn nieuwe patronen delen. Er liggen al een aantal klaar en zijn bijna zo ver dat er getest kan worden door haaksterren.

    Light Festival Amsterdam 2020

    Een van de dingen die ook vaststaat is dat ik ein-de-lijk mijn verjaardagscadeautje krijg. Een jaarabonnement op de orchideeënhoeve, we wonen er vlakbij en je kunt er heerlijk wandelen door de tropische tuinen. Echtgenoot en ik doen graag leuke dingen samen, zo zijn we afgelopen woensdag naar Amsterdam geweest en hebben daar een lichtjestocht gedaan met een rondvaartboot

    Verder ga ik eerst mijn WIP’s afmaken voordat ik iets nieuws aan de haak hang en ik ga in 2020 geen garen kopen (misschien dan hé, dit is optioneel mijzelf kennende 😊). En ik ga een heleboel sokken breien.

    Sokken breien is hip!

    Voor jullie:

    🎆 De allerbeste wensen voor 2020! 🎆

    💕 Veel geluk, plezier, liefde, een goede gezondheid en genoeg wolletjes om het jaar door te komen. 💕

    En 2 handige cadeautjes: Een lijstje voor je Work In Progress’en en een stapeltje patroonbladen waar je, heel handig, alles op kunt schrijven over het patroon dat aan jouw haak hangt.

    Liefs, Norah

  • Hoe vind je je haaksprankeling weer terug?

    Nou daar zit je dan. Met een donkere wolk wol boven je hoofd en een ongebruikte haaknaald ergens in een laatje. Het is een officiële vaststelling: je hebt een haakdip en je bent je crojo verloren. Ook is je haaksprankeling is verdwenen. Wat nu? Belangrijk is om te weten waar je haakdip vandaan komt, want vaak zit de oplossing in de kern van het probleem. In de blog die ik er over schreef kun je een aantal redenen vinden van een haakdip.

    Na het vaststellen van je haakdip en de oorzaak ervan, kunnen we op zoek gaan naar de oplossing. In de vorige blog heb ik 7 oorzaken van een haakdip genoemd: Drukte; geen zin meer; verkeerd niveau; leukere dingen; turbulentie; chaotica; keuzestress. Natuurlijk is een haakdip heel persoonlijk en zijn de oplossingen ook heel persoonlijk. Het onderstaande is bedoeld als inspiratie en het is niet gezegd dat je haakdip van deze tips overgaat. Vind je dat je haakdip te lang duurt of dat je wereld er donker uitziet? Ga dan alsjeblieft naar de dokter en praat over wat er aan de hand is.

    Haaksprankeling

    Wat zijn de oplossingen wanneer je te druk bent?

    • Zorg voor kleine rustmomentjes en zet dit in je agenda. Ga dan, bewust, niets anders doen dan haken en laat niemand jou storen! Een 10 minuten haken is meer dan helemaal niet haken.
    • Haak aan kleine projecten, zoals een granny square van maximaal 3 toeren. Je haakt ze aan elkaar tot een groter project op het moment dat je er wel tijd voor hebt.
    • Kijk af en toe eens op Pinterest, daar vind je veel inspiratie. Voor patronen kun je kijken op Ravelry. Op deze manier hou je toch een draadje naar het haken en dat kan je helpen om over de haakdip heen te komen.

    Geen zin/ zin maken? Was het maar zo simpel.

    • Pak er een ander project naast. Je zou een ander haakwerkje kunnen afmaken, maar je kunt ook iets nieuws aan de haak hangen. Het voordeel is dat je kunt wisselen en zo wordt een langdradig project een stukje leuker om af te maken.
    • Haal je haakwerk uit of laat het door iemand anders afmaken. Vraag jezelf af of het project wel voldoende haaksprankeling heeft om door te haken. Waarom zou je doorhaken aan een project als jij er niet blij van wordt?
    • Wil je het ‘geen zin project’ toch afmaken, heel goed! Haak dan maximaal een half uur en ga dan iets anders doen.
    • Leer een nieuwe techniek, sommige mensen vinden de haaksprankeling weer terug als ze leren breien of tunisch haken. Bedenk iets creatiefs waar garen en draadjes gebruikt bij worden.

    Boven of onder je niveau haken is ook niet handig. Voor beide zijn er dezelfde oplossingen:

    • Haal je haakwerk uit. Als je er niet blij van wordt, waarom wil je er dan je tijd aan verspillen? Zeker wanneer een patroon te moeilijk is of te saai is uithalen een goede optie.
    • Verklein je project. Dan wordt het maar geen 2-persoonsdeken of een trui-met-alle-moeilijke-steken. Soms is een klein tasje of een kussenhoes alles wat er van te maken is.
    • Vraag tips aan ervaren haaksters. Je vindt ze op Facebook (en ik vind het geen probleem als je deze vragen op de pagina van Hollandelijk stelt). Ook kun je de ontwerper, als je weet wie het is, vragen om hulp.
    • Deel foto’s van je voortgang met anderen, dat kan familie zijn of mensen die wel haken. Dat mag op de Facebookpagina van Hollandelijk. Door het te delen stimuleer je het haakplezier en komt je haaksprankeling weer bovendrijven.
    Haaksprankeling met hartje

    Dus je hebt leukere dingen te doen dan haken.

    En denkt er over om misschien je haaknaald aan de wilgen te hangen (en bent daar nog niet aan toe). Waarschijnlijk ben je een creatieve duizendpoot en is het is niet de eerste hobby die je uitprobeert en vervolgens laat verstoffen. Niks mis mee. Helaas is haken verslavend dus blijft het altijd wel lonken. Dan zijn deze tips voor jou:

    • Haak iets wat je kunt gebruiken bij je nieuwe hobby, een leuke tas of een handig mandje.
    • Probeer lekker creatief te denken en maak een mix van je nieuwe hobby en haken. Hierbij kun je denken aan mixes media, maar ook aan het simpel toevoegen van een beetje garen aan een nieuw project.
    • Ga sokken breien of maak een tunischgehaakte sjaal, grote kans dat jouw haaksprankeling weer wordt geactiveerd als je iets simpels doet met een bol garen
    • Zoek inspiratie op Ravelry en Pinterest, grote kans dat je creatieve energie gaat stromen van alle leuke haakwerkjes die je daar vindt.

    Het leven gaat niet over rozen, maar de turbulentie die je nu ervaart zorgt voor een haakstop en een haakdip.

    Voor jou een paar tips:

    • Blokkeer tijd in je agenda voor jezelf. Ga dan iets anders doen dan dat wat met de turbulentie te maken heeft. Het helpt om beter met de turbulentie om te gaan. Ga naar een haak- en breicafé, of bezoek je favoriete wolwinkel/beurs. Praat met mensen en heb het over haken en andere leuke dingen.
    • Haak iets voor een goed doel, dat haalt de gedachten even bij de turbulentie weg. Er zijn verschillende goede doelen die blij zijn met je haaksels. Maak het jezelf niet te moeilijk, er zijn veel goede doelen die (hoge) eisen stellen aan je haakwerk. Maar er zijn ook projecten waarbij dan minder belangrijk is, bijvoorbeeld haken als activiteit bij de ouderen in een buurthuis.
    • Verwen jezelf met een fijne kop koffie/thee met wat lekkers en een nieuw haaktijdschrift of dat nieuwe patronenboek. Hierdoor houd je toch een connectie met het haken zonder dat je echt aan de haak bent.
    • Geef jezelf de tijd om je haaksprankeling weer terug te krijgen, de storm moet uiteindelijk weer gaan liggen.

    Tante Til deed het met roze, jij met garen en haaknaald. Een kloddertje hier en een wolletje daar. Wie heeft je haaknaald verstopt? Het is een warm welkom bij Huize Chaotica!

    • Geen leukste tip voor jou, lief warhoofd. Maar het is echt tijd om de boel op te ruimen. Probeer elke dag een kwartier de tijd te nemen voor het opruimen van de creatieve bende die je gemaakt hebt. Zoek je garen uit, verkoop of doneer wat je niet meer gaat gebruiken. Ruim de projecten waar je verder aan wil haken op in eigen mandjes of tassen. En schrijf op welk patroon het is, welk garen en welke haaknaald je gebruikt. Schep orde in de chaos en op deze manier krijgt jouw creatieve brein weer de ruimte voor jouw haaksprankeling.
    • Maak een ‘Work in Progress’ lijst. Zo heb je overzicht en weet je hoeveel projecten je nog hebt liggen. Werk ze allemaal af voordat je weer een nieuw haakwerk oppakt (en wees hierin een beetje streng voor jezelf!). Je kunt er ook voor kiezen om een aantal haakwerkjes uit te halen.
    • Hier komt de leukste tip van de hele lijst! Maak een creatief Bullet Journal speciaal voor je haakwerk en garens. Je kunt de projecten waar je mee bezig bent in opschrijven, een lijst maken van al je garens en een verlanglijst maken (handig voor je verjaardag!). Zit je een keertje om inspiratie verlegen, dan hoef je alleen maar je BuJo erbij te pakken. Zelf heb ik een multomap speciaal voor mijn creatieve haakuitspattingen, werkt als een tierelier!

    En als laatste ons lieve stresskipje. Jij hebt wel het overzicht, maar te veel keuze om te beginnen. Jij hebt last van keuzestress.

    Voor jou ook een paar tips:

    • Je hebt het overzicht en weet precies welk patroon bij het garen hoort. Je hebt alleen te veel patronen en garens. Het is tijd om alleen te houden wat jou blij maakt. Gebruik de volgende criteria: Word je blij van het garen én het patroon, dan mag het blijven. Word je niet blij van het garen of het patroon, dan moet het gaan. Verkoop, geef weg of haal het haaksel uit. Voor jou telt dat het heel Marie Kondo moet zijn, het moet een ‘Spark of Joy’ hebben.
    • Verwijder jezelf uit een heleboel Facebookgroepen die over haken gaan. Houd er maximaal 5 over. Je creatieve brein kan overbelast raken van alle leuke patronen die je tegenkomt omdat je te veel leuks ziet. Hetzelfde telt voor Pinterest, je kunt ervoor kiezen de app (tijdelijk) van je telefoon te verwijderen of om een tijdslot er op te zetten.
    • Doe niet mee met CAL’s of MAL’s. Op het moment zijn er zo ontzettend veel meehaak-projecten en daar een keuze uit moeten maken is stressvol. Je kunt niet met elke hype meehaken, daar moet je realistisch in zijn en de keuzestress zorgt in jouw geval voor een haakblokkade.
    • Werk je lijst met onafgemaakte projecten af voordat je iets nieuws aan de haak slaat. Heb je niets meer aan de haak hangen dan staat hier onder een bonustip.
    • Laat iemand anders beslissen wat je volgend project wordt of maak een cadeautje voor iemand die je goed kent. Zo kun je de creatieve energie weer prikkelen en vind je de haaksprankeling weer terug.
    Haaksprankeling met kaarsje

    Natuurlijk zijn er nog veel meer dingen die je kunt doen om een haakdip aan te pakken.

    Heb je een leuke tip, schrijf deze dan in de reacties. In een andere blog zal ik de tips en tricks bundelen. Met z’n allen kunnen we de haaksprankeling weer terugbrengen!

    Veel haakplezier, liefs Norah!

  • Je haakplezier verloren/ een haakdip? Wat volgt er nu?

    Wat een horrorverhaal! Al weken, nee maanden heb je geen haaknaald aangeraakt. Is dit de beruchte haakdip? Je hebt je lopende projecten al overgedaan in een dichte zak. Heel stiekem verdwijnt het van de bank naar de kast. En die dichte zak verdwijnt steeds verder onder op de stapel. Veel zin om het daar vandaan te halen heb je niet. De enkele keer dat je dat ‘leuke project waar je vol enthousiasme aan begonnen was’ weer ziet, leg je het weet weg. Om het zachtjes uit te drukken: jij en je haakwerk zijn niet ‘on speaking terms’. En voorlopig zie je het ook niet gebeuren dat je vol lol de ene na de andere haaksteek aan je, toen leuke, project jast. Om terug te komen op de vraag of dit de beruchte haakdip is? Ja dus.

    Hallo

    En op Facebook en Instagram zie je allemaal blijde haakwerkjes voorbij komen, de een nog leuker dan de ander. MAL’s en CAL’s vliegen je om de oren, een dekentje hier en een omslagdoekje daar, iedereen lijkt iets te haken. De vrolijkheid spat van het scherm, maar als je naar jouw Unfinished Object kijkt zakt je de moed in de schoenen. Jij wil ook weer vol aan de bak met bovenstaande UFO! Kommer, kwel en treurnis. Arme jij.

    Maar voordat je de haaknaald aan de wilgen hangt en je garen naar de kringloop brengt, hoe ontstaat een haakdip of ‘loss of crojo’? En, belangrijker nog, is er nog hoop voor je haakwerk? Crojo is een samentrekking van de woorden crochet en mojo, de eerste is Engels voor haken en mojo staat voor sprankeling en levenslust. Dat je af en toe een dipje hebt is logisch, de zon kan niet altijd schijnen en sprankelen.

    Een pakketje tegen de haakdip

    De oorzaken van een haakdip

    Het verlies van een je crojo kan verschillende oorzaken hebben, ik zet er een paar op een rijtje:

    • Je hebt het te druk met andere dingen. Je rent en vliegt van hot naar her en ondanks dat je er ‘hot’ van wordt, blijft er weinig puf over om te haken. Iedereen lijkt van jouw tijd te snoepen, -je gezin, familie, vrienden, werk- iedereen lijkt jou nodig te hebben. Zin heb je wel om te haken, maar tijd… Duurt deze drukte te lang dan verdwijnt je crojo en piept een haakdip om de hoek.

    • Je bent uitgekeken op je haakwerk, maar je moet eerst het project afmaken. Dat moet van jezelf, want een wanhopig garenvrouwtje met te veel projecten wil jij niet zijn. Dus je sleept jezelf van steekje naar steekje en er lijkt geen einde te zijn aan het project. Je vindt dat je het project niet kunt uithalen, want er zit al zo veel tijd/energie/garen in dit project. Elke avond besteed je minder tijd aan je haakwerk en meer tijd aan andere dingen. De hoop is dat je het project vanzelf weer leuk gaat vinden, leuk genoeg om het af te maken. De realiteit is anders, je hebt al maanden de haaknaald niet aangeraakt en je hebt geen zin meer.

    • Het haakwerkje dat aan je naald hangt is eigenlijk niet van jouw niveau. Het is te moeilijk of te saai. Laten we eerlijk zijn, soms lijkt een haakwerkje van het scherm te knallen en smeekt het jou om gehaakt te worden. En dan begint het je tegen te staan, nog 675 toeren vasten paarsgewijs (patroon 9 uit de Haakbijbel) en dan moet je ook nog meerderen in beide hoeken. Of je bent begonnen aan je allereerste pixeldeken met 50 tinten grijs en evenzoveel bolletjes. Bij elke steek lijkt de chaos groter te worden en je kan nu al niet uitzien naar de rand waarvoor je een interlocking haaktechniek moet beheersen. Die moet je ook nog ‘even’ leren van Juf YouTube. Het eindresultaat ziet er mooi uit, maar het proces is uitermate frustrerend. Het haakplezier verdwijnt toer na toer. En je andere haakwerkjes raken erdoor besmet.

    • Je hebt een andere hobby gevonden, een waar je net zo enthousiast over bent als je was over haken een paar jaar geleden over. Later ga je wel weer haken, maar eerst wil je met je nieuwe hobbyspullen spelen. Je mist het haken wel, maar totdat je weer begint met haken vermaak je jezelf met andere dingen. Tot je op het punt beland waarbij je elke keer wanneer je haaknaald en garen ziet, je denkt: “Nah. Laat maar, ik ga liever…” en je gaat weer verder met andere leukere dingen.

    • Je leven is op dit moment te turbulent om te haken. Er is van alles gaande en het meeste is vervelend: scheiding, overlijden, verhuizen of een ziekte. Je hoofd staat op dit moment niet naar haken en het haakwerkje dat ligt is veel te ingewikkeld om als ontspanning te dienen in je chaotische, stressvolle leven. Haken, zelfs het meest simpele patroon, kost nu gewoonweg te veel moeite in deze turbulentie.

    • Je hebt te veel haakprojecten en er is geen plek op de bank meer voor jou om te zitten. Alle haakwerkjes schreeuwen om aandacht en het zijn er zoveel dat je niet meer weet welk garen bij welk project hoort. En van sommigen weet je het patroon niet eens meer. Weet je nog wel welke haaknaald er hoort bij dat rode sjaaltje dat je vorige maand zo enthousiast hebt opgezet? Als je het weer weet, ga je vast en zeker verder. Maar op dit moment is de creatieve warboel omgeslagen in chaotica stresslevel 10. Deze mate van chaotica kan zelfs de meest creatieve geest temmen en de haakdip is een feit.

    • Je hebt een enorme stapel aan patronen die je nog wil haken en je kunt geen keuze maken. Ook hier kijkt chaotica om de hoek. De patronen en garens stapelen zich op, ze nemen meer ruimte in dan je ooit had verwacht. Je weet nog wel welk garen je hebt gekocht voor dat ene patroon, maar ernaast liggen andere wolletjes met hun patroon te wachten. Te veel keuze en te veel informatie zorgen voor keuzestress en een haakblokkade volgt.

    Een of meerdere van bovenstaande, dikgedrukte factoren kunnen zorgen voor het verlies van crojo. Op zich is het niet erg om een poosje niet te haken en je te focussen op andere dingen. Meestal komt het haakplezier vanzelf weer terug. Duurt het wat langer, dat kan gebeuren en het beste wat je dan kunt doen is het tijd geven. Gelukkig ben je niet alleen in je haakdip, het komt vaker voor en bijna elke haakster krijgt ermee te maken.

    Let’s make a new start!

    Let's make a new start

    Zoals je kunt zien op de blog heb ik al een hele poos niets gepost. Dit had niets te maken met een haakdip. Het haken en ontwerpen doe ik nog steeds elke dag en ik vind het nog net zo leuk als toen ik begon met Hollandelijk.

    Afgelopen november overleed mijn vader, drieënhalf jaar na mijn moeder. Een stressvolle periode kwam na het overlijden. Mijn vader had geen notarieel testament en dat leverde veel gedoe op met een dwars familielid. Heb je geen testament, regel dat! Op deze manier zadel je de nabestaanden niet op met onduidelijkheid. Een testament had ons veel ellende gescheeld. Dat dit erg veel energie kost is duidelijk. Ik kreeg geen letter op papier en nog steeds vind ik het moeilijk om dagelijks iets te posten op Facebook of Instagram. Laat staan dat ik iets schrijf op mijn blog. Het schrijven lukt nog steeds niet zo, maar ik doe mijn best ondanks mijn schrijfdip.

    Er staan een aantal patronen op stapel waaronder eentje met een nieuwe haaksteek en de Damdoek. Ook komt er, binnenkort, een blog waar je verder kunt lezen over dingen die je kunt doen om je haakdip te overwinnen, er is dus nog hoop om je crojo weer te vinden! En als kers op de taart kun je hier een cadeautje vinden, voor de slagroom klik je hier. 😉

    Heb je nog tips om een haakdip op te lossen? Vertel ze in de reacties en ik verwerk ze in de volgende blog over haakdippen.

    Veel haakplezier!

  • Snowy Tree, een witte kerst (daar zorgen we zelf voor!)

    De brocante kerstboom

    Snowy Tree en fijne dagen!

    Oh dennenboom, je naalden zijn wonderschoon. Behalve wanneer ik ze uit het tapijt moet peuteren, dan ben ik blij dat je de deur uit gaat/bent. Dat was dan ook de reden om een echte nepperd aan te schaffen, kunstkerstbomen verliezen alleen volume, geen naaldjes. Volgens Bonsaikind kun je het beste, wanneer je geen naalden in huis wilt, een lariks kopen. Die verliezen in de winter sowieso hun naalden en zijn in december al kaal. Kun je de lampjes, slinger en ballen ook beter zien. Volgens hem zijn kunstkerstbomen niet zo fijn als een echte boom, daarom hangt hij een van zijn bonsai buiten vol met kerstballetjes. Maar binnen staat een kunstkerstboom en voor de kerstgeur koop ik altijd een krans of wat dennengroen.

    Maar ik wilde een gehaakte blikvanger. Met een mandala. Het liefst een joekel van een mandala. Bij webwinkel yourzs.nl kocht ik, in de opruiming, de grootste ring met een diameter van 50 centimeter. Helaas verkoopt Dennis geen ringen meer, maar bij verschillende andere (web)winkels heb ik ze nog gezien. Voor de mandala kocht ik Durable glanskatoen nr 10. In de altijd mooie kleur ecru.

    Vroeger waren er meer kleuren, ik heb blauw, bruin, groen en een zachte okerkleur gekocht van een alleraardigste mevrouw uit een Facebookgroep. Tegenwoordig is het glanskatoen van Durable net de zwarte Fordauto uit de jaren dertig: verkrijgbaar in alle kleuren, mits het wit of ecru is. Ecru werd het. En we blijven hopen dat Durable toch meer kleuren glanskatoen wil maken. Met het nieuwe garen Double Four en breikatoen nr 8 zijn er al meer kleuren verkrijgbaar, al zijn deze minder geschikt voor het haken van een kantachtige mandala.

    Het patroon van de mandalakerstboom heb ik, samen met Bonsaikind, Snowy tree genoemd. Dat leek ons wel toepasselijk. Het eindresultaat was heel gaaf, echtgenoot en mijn grote zonen waren blij verrast met de ‘boom’. Hij past precies in ons interieur en hangt er alsof hij er al jaren bij hoort. Dus de lariks mag buiten blijven, dat vindt hij wel zo prettig.

    De Snowy Tree

    De tips

    Het haken van de mandala was zo gepiept, een paar avondjes de snelheidshaak erop en klaar was Norah. Het omhaken van de ring was wel een dingetje. Dat was loodzwaar, ik kon een kwartiertje haken en moest dan mijn handen rust geven. Zo schiet het natuurlijk niet op. Gelukkig gaat het met elke toer gemakkelijker en de laatste toeren waren prima te doen. Geef je handen de rust die ze nodig hebben en haak niet te lang achter elkaar door.

    Omdat er maar een paar kleuren beschikbaar zijn van Durable glanskatoen, kan het ietwat saai zijn. Je kun de kerstboom zo versieren zoals jij dat mooi vindt. Je kunt linten haken of een rol lint gebruiken. Wil je de kerstboom een ander kleurtje geven, dan zou je kunnen overwegen om het katoen te verven met een geschikte textielverf (lees goed de gebruiksaanwijzing, gebruik de juiste textielverf en mail me een foto!).

    De Snowy tree heeft geen vlakke bodem, een boom heeft namelijk altijd dat de onderste takken omlaag hangen. Volgens Bonsaikind heeft dat te maken met de zwaartekracht en het licht. Maar ik vind het ook mooier dan een vlakke bodem, je zit dan de mandala wat beter en het zorgt tegelijkertijd dat de mandala strakker in de ring zit.

    Het hart van de gehaakte kerstboom

    Het patroon heeft een duidelijke fototutorial en is daardoor ook geschikt voor de beginnende haaksterren. Je hebt wel nodig dat je de basissteken onder de knie hebt en er worden clusters en reliefstokjes gehaakt. Mocht je er niet uitkomen dan mag je mij altijd een berichtje sturen. Dit mag via het contactformulier op de website, via Facebook of Instagram.

    Wat heb je nodig voor de Snowy Tree

    • Het patroon. Dat kun je vinden via de link hieronder
    • 1 á 2 knotten Durable glanskatoen (met eentje kun je het patroon maken, wil je gehaakte of gebreide linten en kerstversiering dan is een tweede knot nodig),
    • een ring met een diameter van 50 centimeter.
    • Ook heb je haaknaalden 2,0 en 3,0 nodig, een stopnaald en een schaartje.
    • Versieringen. Je kunt van alles gebruiken: kerstballen, veren, linten en lampjes

    Het patroon van de Snowy Tree vind je hier.

    Wanneer je de Snowy Tree klaar hebt, zou ik het leuk vinden als je een foto laat zien. Op Facebook mag je het direct op de pagina plaatsen en op Instagram kun je #hollandelijk en #snowytree gebruiken.

    Veel plezier met haken en versieren!

    Update 20 december 2018: Deze blog had de benen genomen en stond dus niet meer op de website, vandaar dat ik deze opnieuw plaats

  • De kleurbasis

    Kleurenwiel

    De kleurbasis is iets waar elke handwerkster mee te maken krijgt. In de blog 6 tips voor het kiezen van kleuren voor je handwerk gaf ik aan dat er meer theorie is over kleuren. In deze blog wil ik de basis aanstippen en de basisbegrippen uitleggen. Hierdoor kun je, naast de 6 tips, ook de kennis over de kleurbasis toepassen als je de volgende keer een paar kleurtjes wol uitzoekt.

    In de kleurenleer zijn er een aantal basisbegrippen die belangrijk zijn:

    • Primaire kleuren. Dit zijn rood, geel en blauw. Sommige ‘kleurmeesters’ benoemen zwart en wit ook als primaire kleur. Met deze kleuren kun je alle kleuren maken.
    • Secundaire kleuren. Dit zijn de kleuren die je krijgt wanneer je rood en geel; rood en blauw; en blauw en geel in gelijke delen mengt. De secundaire kleuren zijn oranje, paars en groen.
    • Tertiaire kleuren. Dit zijn de kleuren die je krijgt wanneer je de primaire kleuren ongelijk mengt, bij voorbeeld 2 delen blauw en een deel geel, dit is dan blauwgroen. Andere tertiaire kleuren zijn: geelgroen, oranjegeel, oranjerood, roodpaars en blauwpaars.
    • Wanneer je de primaire kleuren allemaal mengt, dan ontstaat er bruin. De kleuren in bruin kunnen variëren door de hoeveelheid van de primaire kleuren aan te passen, op deze manier krijg je bijvoorbeeld oker, oranjebruin of groenbruin.
    • Door het toevoegen van wit of zwart kun je de kleur lichter maken of donkerder, dit noemen we de kleurhelderheid. Met het wit krijg je pasteltinten, zoals mint en babyblauw. De rijkere kleuren krijg je door zwart toe te voegen, de kleuren die daarbij horen zijn bordeaux en Gelders blauw.
    • Als je grijs toevoegt aan een kleur dan noemen we dat de kleurverzadiging. Voorbeelden van verzadigde kleuren zijn: grijsbruin, mauve en grijsblauw.
    • De koele kleuren. Dit zijn de kleuren zoals blauw, grijs, zwart, wit, platina en zilver. In deze kleuren zitten weinig warme kleurtonen. Ook groen, geel, rood en paars kunnen koel zijn, de kleur heeft dan meer blauw dan oranje in de kleurtoon. Bijna alle koele kleuren kunnen gecombineerd worden met elkaar. De koele kleuren staan goed bij de mensen met het koele kleurtype.
    • De warme kleuren. Dit zijn de kleuren oranje, geel, rood, crème, bruin, brons en goud. In deze kleuren zitten weinig koude kleurtonen. Ook groen, blauw en paars kunnen warm zijn, de kleur heeft dan meer oranje dan blauw in de kleurtoon. Bijna alle warme kleuren kunnen worden gecombineerd tot een druk kleurpalet. Je kunt dit verzachten door crème te gebruiken als basiskleur of als hoofdaccentkleur. De warme kleuren staan goed bij de mensen met het warme kleurtype.

    De kleurtypes

    Over de kleurtypes wil ik kort nog wat toelichten. Er zijn, mijns inziens, maar 2 kleurtypes: warm en koel. Sommige bedrijven hebben meer kleurtypes zoals zomer, winter (de koele kleuren) en lente, herfst (de warme kleuren). Maar er zijn zelfs consulenten die daar ook nog weer subtypes in hebben en wel 12 -en sommigen nog meer- kleurtypes hebben. Je krijgt dan een labeltje met ‘zuiver warm/koel’, ‘gedempt/helder’, maar ook heb ik gehoord van een ‘pure lente/herfst/zomer/winter’. Volgens mij zijn dit marketingpraatjes die jou het gevoel geven dat je het ‘goed’ doet, jijzelf en anderen kunnen ‘verkeerde’ kleuren dragen. Ik hou niet van dit soort onderscheidingen. Door het gebruik van dit soort labels beperk je het kleurpalet te veel en mis je de kleuren die jou ook fantastisch staan.

    Eerlijk gezegd denk ik dat wanneer je weet of je een koel kleurtype bent of een warm kleurtype dat je dan al een heel eind komt, hierdoor heb je een kleurbasis voor je garderobe. In je kledingkast kun je dan veel kleuren hebben hangen die jou allemaal goed staan en passen bij de stemming die je hebt. En je hebt altijd kleuren voor een gelegenheid, naar een feestje kun je lekker knallen en voor chic-de-friemel partijtje kun je gepaste tinten dragen.

    Je kunt er eventueel voor kiezen om een kleurconsult te volgen bij iemand, maar heel eerlijk gezegd, vind ik dit verspilling van tijd en geld. Dat kun je beter besteden aan een Hollandelijk-patroon en daarna losgaan in een wolwinkel. 😉

    Spelen met kleur

    Een van de leukste dingen van het spelen met kleur vind ik de kleurcontext. Hierbij moet je het plaatje met de bloemen bestuderen. KleurcontextZie je dat de kleur van de bloemen veranderd door de kleur van de cirkel? Toch is de kleur van elke bloem gelijk.

    Dit gebeurt ook met garen, zodra je het gaat gebruiken naast een andere kleur in je haak- of breiwerk verandert de kleur. En voeg je een derde kleur toe, dan verandert het hele werk. Dit is ook de reden waarom je soms teleurgesteld kunt zijn over het resultaat. Na een paar avonden flink handwerken en de kleuren niet lijken op dat wat je voor ogen had toen je het garen bij elkaar zocht. Heel teleurstellend. De andere kant van dit verhaal is dat je, juist door het toevoegen van een andere kleur, heel blij kunt worden van een project waar je wat bedenkingen bij had.

    De kleurbasis

    Kleur kan dus heel veel doen. In haak- en breiland is er een gezegde: de rand bepaalt de kleur van de deken. Kleur kiezen komt dus aan op de laatste toeren die je haakt of breit. Wil je zekerheid over de kleuren die je gebruikt, dan kun je een proeflapje haken of breien met de kleuren in de volgorde die het patroon aangeeft. Wil je voordat je begint met een project zien of dat de kleuren bij elkaar passen, dan is het gebruik van een kleurenwiel aan te raden. Hierover schrijf ik nog een blog over de kleurbasis.

    Liefs, Norah

  • De footsnood en de speld

    Mode(flater)

    Dat haak- en breisels erg populair zijn weten wij al langer, maar de satirische website De Speld heeft het ook ontdekt. Beter laat dan nooit zullen we maar zeggen. De Speld kwam met het volgende: “Blote enkels zijn vooral onder jongeren nog steeds heel populair. Nu het kwik steeds verder daalt, dragen de meesten deze winter enkelsjaaltjes om niet te bevriezen.

    “Echt alleen opa’s en oma’s dragen nog lange broeken”, legt Dennis Kluitman (18) uit. “Maar aangezien ik vorige winter twee keer bevriezingsverschijnselen heb gehad en de dokter me gewaarschuwd heeft dat ik mijn enkels kan verliezen, doe ik er voor de zekerheid toch maar een sjaaltje om.”Het enkelsjaaltje

    Handig aan de gebreide enkelsjaaltjes is bovendien dat je ze makkelijk af kunt doen als het je te heet boven de voeten wordt. Dennis waarschuwt wel voor een veelgemaakte beginnersfout, terwijl hij naar het litteken op zijn voorhoofd wijst: “Nooit maar één sjaaltje voor beide benen gebruiken!”.” De tekst is van De Speld en hun website vind je hier.

    Natuurlijk kunnen wij, de handwerkbrigade, niet achterblijven en daarom heb ik een enkelsjaaltje gehaakt. Een simpel proeflapje voldoet, haak/brei de lengte dit je nodig hebt, knoop hem om je enkel en voilà! En toch kan het beter, modieuzer. Want een sjaaltje om de enkeltjes is zó november 2018… Het werd een footsnood! Een gebreid proeflapje omgetoverd in een snood die je om je enkels kunt dragen. De vergelijkingen op Instagram werden al gemaakt en ja, het lijkt op een ouderwetse beenwarmer. Via deze link kun je op mijn Instagram de foto zien en alle commentaren lezen. En daar zitten een paar pareltjes tussen. 😉

    De snood

    Voor de mensen die nog nooit gehoord hebben van een snood, je spreekt het uit als snoed. Het is een gehaakte of gebreide ronde sjaal waar een draaiing in zit. Je maakt een snood door een rechthoekige lap te haken of te breien. De korte kanten leg je gedraaid op elkaar. De rechterbovenhoek leg je op de linkeronderhoek. De linkerbovenhoek leg je op de rechteronderhoek, nu kun je beide kanten op elkaar naaien. De snood is groot (je slaat hem 2x om je nek), lekker praktisch en draagt heerlijk warm.

    De footsnood, het patroon

    De footsnood heb ik gebreid in een budgetgaren dat ik nog had liggen. De footsnoodWil je hem ook haken of breien in ongeveer dezelfde kleur, dan is Stylecraft Special DK in de kleur Sunshine een optie. Gebruik breinaalden die passen bij het garen. In principe kun je allemaal leuke steken gebruiken, maar ik heb gekozen voor een simpele gerstekorrel. Hiervoor zet je een even aantal steken op, plus 2 kantsteken. Ongeveer het aantal steken dat je nodig hebt voor een breedte van 10 centimeter. Je breit heen en weer.

    Toer 1. Brei 1 kantsteek, *1 steek recht, 1 steek averecht*, herhaal tot het einde van de toer en brei de laatste steek recht.

    Toer 2. Brei 1 kantsteek, *1 steek averecht, 1 steek recht*, herhaalt tot het einde van de toer en brei de laatste steek recht

    Herhaal toer 1 en 2 tot je een lengte hebt van 35 centimeter (38 voor de bredere enkels) en kant losjes af.

    Brei nu een tweede exemplaar. Naai de footsnood in elkaar zoals hierboven beschreven staat.

    Gehaakt of gebreid: Trek ze aan, maak een foto en plaats deze op de Facebookpagina of zet ze op je eigen Instagram met #footsnood. De hashtag #modeflater is trouwens ook een prima omschrijving 😉 . De footsnood is een leuk, grappig cadeautje voor een sokloze jongere die broeken op hoog water dragen.

    Veel maak plezier! Liefs, Norah.

  • Garentest MyBoshi no 1

    Na een lange, droge en warme zomer is het eindelijk herfst. Op blote voeten de honden uitlaten gaat echt niet meer, heel jammer. De warme dagen worden warme herfsttinten aan de bomen. Eindelijk mogen we weer los met de wintergarens! In deze garentest staat MyBoshi no.1 centraal, een garen geschikt voor de snelle projecten. De brandweerrode wolletjes zijn eigenlijk bedoeld voor wintermutsen. Een paar jaar geleden was het garen van MyBoshi niet aan te slepen, zo populair was het en je zag de mutsen bijna overal.

    MyBoshi no 1 garen

    Het MyBoshi garen is een, zoals zij het zelf omschrijven, een premium garen. En met 2 van deze enthousiaste mannen (skileraren in de winter, hakers in de zomer) is het moeilijk om niet gecharmeerd te raken. Hun verhaal is dan ook aanstekelijk. Na een reis naar Japan zagen zij overal unieke mutsen rondlopen, gehaakt door creatieve mensen. Zij haakten, aangestoken door een collega uit Spanje, een paar mutsen (boshi) en verkochten deze aan vrienden en bekenden.

    Ze besloten om een boek met patronen uit te brengen en het garen in Europa te laten produceren, zo konden veel meer creatievelingen met een eigen gehaakte creatie op hun hoofd lopen. Een schot in de roos. Met hun enthousiasme maakten zij een website waar je zelf een muts kunt samenstellen. Maar omdat de site half Duits, half Nederlands is en slecht onderhouden kom ik er niet helemaal uit wat nu precies de bedoeling is.

    De garentest van MyBoshi no 1

    Het garen is een dik, enkelsponnig garen. Dit geeft het haakwerk een wat stoerder en robuust uiterlijk. De aanbevolen haaknaald is 6-7, maar het garen gedraagt zich beter bij haaknaald 8. Het garen laat zich vergelijken met Zeeman Julia, al is dat een dubbel getwijnd garen.

    De pluspunten

    De voordelen zijn er genoeg: de dikte van het garen zorgt ervoor dat je snel een project klaar hebt. De samenstelling is prettig voor de huid, want het hoofdbestandsdeel van MyBoshi no 1 is acryl en 30% scheerwol van een merinoschaap. Het garen is goed te verdragen, maar je kunt wat last krijgen van de verf (na de eerste wasbeurt is dit over). Er is een goede hoeveelheid aan kleuren, 33 effen en 8 verloopkleuren, hierdoor kun je een unieke muts haken die past bij je skikleding. Het is een vol/luchtig garen met een matte uitstraling met een subtiele glans. Een van de grootste voordelen is de wasbaarheid en de geringe hoeveelheid vervilting, hierover meer in de was-test.

    Er zijn ook nadelen aan het garen.

    De grootste is dat na het uithalen van het garen het bijzonder veel langer is geworden. Het garen rekt enorm uit en dit zie je wanneer je het uitgehaalde garen opnieuw haakt. Het garen is niet erg veelzijdig, je kunt er mutsen mee haken en kussenhoezen. MyBoshi no 1 is ongeschikt voor kleding en dekens omdat het garen te zwaar is om grotere projecten mee te haken. Projecten hebben de neiging om te gaan lubberen, voor een muts is dit minder erg, maar een net vestje dat scheef hangt is geen gezicht. Het MyBoshi no 1 garen is onprettig om te breien, het splijt en bij het haken heb je hier ook last van.

    Het garen voelt ietwat stug aan, ook bij een grotere haaknaald is het niet echt soepel te noemen. De grotere haaknaald heb je echt nodig omdat bij de aanbevolen grootte het garen niet helemaal in de haak ligt en daardoor trek je maar een gedeelte van het garen door de lus. Het is een garen waar je goed moet blijven opletten.

    Breien en haken met dit garen

    Proeflapje Breien MyBoshi no 1Het breien met MyBoshi no 1 is een opgave, ik heb verschillende maten breinaalden gebruikt en het bleef niet prettig om te verwerken. Uiteindelijk kwam ik uit op naald 6 en bij de ‘normale’ manier, de continentale manier van breien werkt absoluut niet fijn. Het proeflapje dat ik maakte blijft stug aanvoelen. Meestal manipuleer ik de proeflapjes na het breien om te zien hoe het weefsel zich houdt, dat deed ik ook met het MyBoshi no 1 proeflapje. Na een poosje spelen werd het lapje scheef en begon te hangen, dit verbeterde wel na het opspannen en toen werd het ook soepeler.

    Met MyBoshi no 1 garen ben je beperkt in wat je kunt maken, dit komt voornamelijk doordat het garen gaat lubberen. Wat je kunt maken zijn mutsen en zitlappen en dat is het wel zo’n beetje. De lijst waar het garen ongeschikt voor is bevat de volgende technieken: macramé, breiraam, borduren, vilten en punniken. Het fijne aan dit garen is dat er een ruime hoeveelheid aan mutspatronen zijn en je door de 41 kleuren bijna oneindig veel unieke mutsen kunt maken.

    Al met al scoort MyBoshi no 1 een welverdiende 8

    De was-test

    Een van de prettige dingen van MyBoshi no 1 is de wasbaarheid. Door de verhouding van 70% acryl/30% scheerwol is de vervilting minimaal. Een ander pluspunt is de minimale krimp, zelfs gewassen op de katoenwas 60°C is nog geen 10%! Dat is meer dan netjes. Volgens het label mag je projecten wassen met de fijnwas, of anti-kreukwas op maximaal 30°C en mocht je het niet zelf willen wassen, het kan chemisch gereinigd worden in een gespecialiseerde wasserette. Dan de kleur, sommige kleuren rood zijn valer na het wassen, de MyBoshi no 1 niet. De kleur na het wassen is dezelfde kleur rood als voor het wassen. Dat was een prettige verrassing.

    Het eerste lapje uit de wasmachine was met de 60°C katoenwas mee geweest. In het Colour Catch doekje zat geen residu en ook mijn witte handdoeken waren nog strak wit. Puntje voor het garen. Zoals te verwachten is het lapje hard en stug geworden, de vezels zijn behoorlijk kapot gegaan in de wasmachine. De krimp is ongeveer 8% en dat is erg netjes. Helaas kun je projecten die gewassen zijn op 60°C weggooien, al het moois is verdwenen.

    Het 2e lapje is gewassen met de fijnwas, op 30°C zoals het label voorschrijft, en daarna gedroogd in de wasdroger. Het lapje is zacht en pluizig. De rode kleur is hier ook mooi gebleven. Ook netjes is de krimp van het lapje, maar 6%. Het is het overwegen waard om de droger te gebruiken, want de vervilting is minimaal. Let wel: het gebruik van de wasdroger is geheel op eigen risico en door de droogtijd van het garen is het eigenlijk overbodig. Het garen is redelijk snel droog.

    MyBoshi no 1 garentest was-test

    Lapje nummer 3 is gewassen met de katoenwas op 30°C. Ook hier is de krimp 6%, voor een 30°C was is dat redelijk. De kleur is wederom erg mooi. Het lapje voelt wat stug en hard aan. Van alle gewassen lapjes is dit mijn minst favoriete.

    Het 4e lapje is gewassen in de wolwas op 30°C. Ook hier is de kleur mooi gebleven. Het lapje is soepel en is iets minder zacht dan het lapje dat in de wasdroger gedroogd is. De krimp is ongeveer 2% en dat is heel goed. Ook zijn bij dit lapje de steken mooi zichtbaar, zeker bij een subtiel patroon is dat prettig.

    Het wasadvies is fijnwas 30°C, maar een wolwas is ook prima. De wasdroger is afgeraden door MyBoshi, het garen krimpt door de warmte. Het is wel verleidelijk om te gebruiken omdat het garen zoveel zachter wordt. Ook wil ik je adviseren om de projecten die je maakt op te spannen (blocken), dit maakt het garen meer open en zachter.

    MyBoshi no 1 in het kort:

    • MyBoshi no 1 is een dikker garen gemaakt van 70% polyacryl en 30% scheerwol van merinoschapen
    • Het garen scoort een welverdiende 8 vanwege de kleurvastheid bij het wassen.
    • Het garen is verkrijgbaar 50 gram met een looplengte van ongeveer 55 meter. Het valt onder chunky garen.
    • MyBoshi no 1 kost tussen de €2,70 en €3,75. Het loont dus om even te rondkijken voor een goede prijs.
    • Het garen is verkrijgbaar in 33 verschillende kleuren. Er zijn ook 8 verloopkleuren, maar deze heb ik niet meegenomen in de test. In totaal zijn er 41 kleuren.
    • Het garen is online goed verkrijgbaar.
    • De grootte van de haaknaald die op het label staat aangegeven is ietwat aan de kleine kant, ik adviseer om haaknaald 7-8 te gebruiken.
    • De grootte van de breinaalden hangt af van het project, je kunt kiezen voor naalddikte 6-8. Maak altijd een proeflapje voordat je aan een project begint. De steekverhouding is 12 steken bij 16 naalden. Verder raad ik aan om naalden te gebruiken die een minder scherpe punt hebben, omdat het garen behoorlijk splijt en lussen trekt.
    • Het wasadvies is 30°C wolwas of 30°C fijnwas. Laat liggend drogen en de wasdroger is een optie, maar dit is op eigen risico.
    • Ondanks de wol is MyBoshi no 1 een wolletje dat niet kriebelt of prikt.
    • Van het opspannen wordt het project veel mooier, dit beveel ik van harte aan.
    • Hou rekening met dat het garen snel splijt.